Terug naar Beginpagina

Het verhaal van Anna-Salomé

Anna-Salomé van Waes erfde de heerlijkheid Kessenich van haar broer Jan-Philip van Waes. Ze bracht haar kinderjaren door op Borgitter maar na haar huwelijk is ze voor de rest van haar leven in Parijs blijven wonen. Toen de Franse revolutie uitbrak, werd ze beschuldigd van het verlenen van onderdak aan tegenstanders van de revolutie. Ze probeerde nog te vluchten naar kasteel Borgitter maar werd verraden door haar eigen dienstmeid.


Op 10 mei 1794 werd ze onder de guillotine geplaatst. Haar dochters werden verplicht de gronden van Kessenich, inclusief kasteel Borgitter, te verkopen. In 1804 worden de eigendommen van Anna-Salomé van Waes gekocht door Hendrik-Jozef Michiels. Sommige dorpsgenoten menen haar nog op te merken op mistige ochtenden rond haar kasteel Borgitter dat zij niet meer kon bereiken.