Terug naar Beginpagina

De Feiten

Het Geromantiseerde Verhaal

Peter Goet vergezelde zijn vader op de leurderronde op 19 jarige leeftijd. In de lente van 1759 kwamen ze met hun stootkar vol aarden keukengerief bij de brug van de Itterbeek. Bij de brug vroeg de tolambtenaar hen de gebruikelijke duiten tol te betalen. Dit weigerde de pottenkramer (de vader van Peter Goet) te betalen en er volgde een conflict. Even later kwam baron Jan-Philip van Waes te paard en schoot de pottenkramer dood. Peter Goet was getuige van de moord op zijn vader. Na het incident reed de baron weer verder en werd natuurlijk niet vervolgd. De jonge Peter Goet heeft urenlang langs het lijk van zijn vader liggen huilen. De volgende dag begroef de jonge Goet zijn vader waarna hij terugkeerde naar Tessenderlo.


Het beeld van hoe zijn vader werd vermoord liet de jongen niet los. Hij schafte een paar pistolen aan en trok later terug naar Kessenich om de dood van zijn vader te wreken. Goet verschool zich tussen de struiken nabij de Oeterse brug tussen Kessenich en Stevensweert waar hij de baron stond op te wachten omdat hij had vernomen dat deze in de buurt op jacht was. Toen de baron Peter Goet zag, vroeg hij hem om zijn paspoort te tonen. Hierop trok Goet twee pistolen en schoot de baron in zijn buik waardoor die van zijn paard viel. Peter Goet keerde onopgemerkt terug naar Tessenderlo.


Baron van Waes werd naar Houbenhof gebracht waar hij de volgende dag, 30 augustus 1759, is overleden.

Uit een autopsie, waarvoor de moeder van de baron gezorgd had, werd besloten dat hij was overleden aan een darmperforatie, een zeer pijnlijke dood. Deze autopsie werd op zijn kasteel, kasteel Borgitter, uitgevoerd. Peter Goet kreeg een lust voor misdaden, op enkele Jaren tijd creëerde hij een criminele bende genaamd De Bokkenrijders.


Goet had eigenhandig een paar priesters beroofd waarna hij hen de ogen had uitgestoken. Vijf jaar na de dood van de baron werd hij opgepakt en terechtgesteld op de Galgenberg in Tessenderlo. Baron van Waes was de laatste baron van de heerlijkheid van Kessenich. De familie van Waes had bijna 250 jaar de macht over Kessenich en de baron stierf ongehuwd op 33 jarige leeftijd. De heerlijkheid van Kessenich werd geërfd door zijn zus, Anna-Salomé, zij verbleef haar hele leven in Parijs.

1.


Op 1 juni 1764 werd Peter Goet in Tessenderlo door de beul gemarteld omdat hij verdacht werd van een aantal overvallen. Hij werd gemarteld tot hij bekende voor de moord op baron van Waes en toegaf dat hij een Bokkenrijder was. Goet zei dat de moord een ongeluk was en geen wraakactie. Peter Goet had de baron waarschijnlijk niet gedood.



2.


De moeder van de baron liet een autopsie uitvoeren in zijn kasteel Borgitter. Uit de autopsie bleek dat hij was gestorven aan een darmperforatie, een trage en pijnlijke dood.


3.


De baron werd niet met kogels neergeschoten maar met twee loden plaatjes.


4.


De schepenen van Kessenich legden de twee loden plaatjes in een kist om ze te bewaren, deze kist is tot op het heden spoorloos.